Een gespecialiseerde Defensie? Ja, graag!

Specialiseren. Het lijkt dé wonderoplossing te zijn voor Defensie. Toch als we de ontelbare politici mogen geloven die het woord de afgelopen jaren in de mond namen. Specialisatie in de vorm van het afstoten van een volledige component of een kerntaak van een component. De rode draad bij al deze ideeën is dezelfde: kostenbesparing met risicovermijding als bijgerecht. Het hoeft niet te verbazen dat deze werkwijze in geen enkel ander partnerland serieus ter sprake komt. Een Europees leger waarin elk land een deeltaak voor de rekening neemt is simpelweg politieke en militaire science fiction.

Specialisatie interpreteren als de evolutie van een all round krijgsmacht op volle sterkte naar eentje met taakaccenten geeft echter een ander verhaal. Toegegeven, in de Belgische context is het verschil niet altijd duidelijk. Door decennia aan besparingen zijn wij in elk geval toe aan een bijna volledige heropbouw van de krijgsmacht. In elk geval zullen we dus vele miljarden moeten investeren in de komende 15 jaar. Laten we daarbij streven naar een Defensie die optimaal is aangepast aan de Belgische strategische noden en tegelijk alle vakjes afvinkt die onze internationale partners bij de NAVO en EU van ons verlangen. In tegenstelling tot de gangbare interpretatie gaan we hierbij geen capaciteiten afstoten. We gaan ze wel tot de proporties terugbrengen die nuttig zijn voor onze eigen veiligheidssituatie.

Gewijzigde veiligheidssituatie

Belgische Leopard 1A5


Tijdens de Koude oorlog hadden we 334 Leopard 1A5BE’s. Hun voornaamste bestaansreden was de Russen tegenhouden (enfin, vertragen tot de Amerikanen er waren) op de Duitse laagvlaktes. De Belgische sector grensde aan Oost-Duitsland. Als ons leger daar zou worden teruggedrongen was het Belgische grondgebied rechtstreeks bedreigd. We hadden begin jaren ’90 nog steeds 25000 manschappen in Duitsland…

Hoewel de Russen zich anno 2020 nog steeds roeren ligt de buffer tegen Putin vandaag verder naar het Oosten. Oost-Europa sloot zich na het vallen van het IJzeren Gordijn vrij massaal aan bij het ‘Westerse’ machtsblok. De aankoopprogramma’s van Polen en Hongarije bewijzen dat men daar vooral inzet op zware gemechaniseerde eenheden. Die passen bij de veiligheidsnoden van deze landen én vormen een belangrijke bijdrage aan de collectieve verdediging van de NAVO/EU. Voor België liggen de zaken anders. Onze territoriale integriteit wordt niet meer rechtstreeks bedreigd. Onze landgebonden rol in de collectieve verdediging is weliswaar niet verdwenen maar wel kleiner geworden.

Concreet hebben dus nog steeds tanks nodig, maar het zullen er eerder tientallen dan honderden zijn. We hebben zelf minder nood aan zware gemechaniseerde eenheden en het wordt ook niet van ons verwacht dat we ze hebben. Voor de landgebonden dreigingen waar we in de nabije toekomst mee worden geconfronteerd volstaat een compleet uitgeruste (!) gemotoriseerde brigade die op het Franse Scorpion programma is gebaseerd naast het Special Operations Regiment. Deze eenheden naar een inzetbaar en gevechtsklaar niveau brengen zal op zichzelf al een bijzonder grote inspanning vergen. Hun core business zijn expeditionaire missies naar brandhaarden aan de grenzen van Europa met bijzondere aandacht voor de Sahel. Daarnaast zijn ze voldoende uitgerust om in multinationaal verband te worden ingezet in een ‘near peer’ conflict.

Waar vinden we dan wel die synergie tussen eigen en collectieve belangen?

Op zee, natuurlijk.

Diep in de zee

De wereldwijde scheepsroutes.

70% van de Aarde bestaat uit water. 95% van de wereldhandel gaat over zee. 50% van de wereldbevolking woont op 100km van de kust. Onze havens zijn het kloppend hart van de Belgische economie en de scheepsroutes zijn de slagaders. Elke verstoring van die maritieme wereldhandel heeft een rechtstreekse impact op onze welvaart. Daarnaast hebben we voor onze eigen kust een steeds groter wordende kritieke infrastructuur in de vorm van windmolenparken. Die vormen een steeds belangrijker wordend deel van onze energievoorziening.

Op de zeebodem vinden we nog een heel andere kritieke infrastructuur. Daar liggen de glasvezelkabels waar het overgrote deel van de wereldwijde communicatie over loopt. Stelt u zich even voor dat deze communicatie plots zou stilvallen door een sabotage van een rivaliserende (groot)macht. Tegelijkertijd zijn de Noordelijke Atlantische Oceaan, Noordelijke IJszee en Barentszee essentiële sectoren in de collectieve verdediging van Europa.

Onderzeese glasvezelnetwerken vanuit Europa

Als België en Europa geopolitiek dus ergens baat bij hebben is het dat de oceanen en zeestraten van deze wereld vredevol blijven. Die vrede staat echter constant onder druk. Er is de steeds groter wordende profilering van China en Rusland, dreigende conflicten in het Midden-Oosten, piraterij aan de Afrikaanse kusten en ga zo maar verder. Het lijkt een kwestie van tijd voor de lont van één van de tientallen kruidvaten wordt aangestoken. Wanneer de impact op onze samenleving duidelijk wordt zal er een oproep komen om in te grijpen en het antwoord zal steeds hetzelfde zijn: ‘Send in the Navy”.

We komen nu aan bij de belangrijkste consequentie van specialisatie: in het gekozen taakaccent moet je gewoon goed zijn. Het is niet de bedoeling om in het bos aan capaciteiten te kappen tot er nog 1 boom overblijft maar om in dat bos 1 boom de ruimte te geven om uit te groeien tot een prachtexemplaar. We behouden een basiscapaciteit in elke component en laten diegene die voor ons en onze partners het meest impact heeft uitgroeien zodat hij boven het gemiddelde uitsteekt.

In de praktijk moet onze Marine in staat zijn om wereldwijd te opereren en klaar zijn om het hoofd te bieden aan dreigingen boven en onder het wateroppervlak. Ze moet de middelen hebben om SOR en CaMo te projecteren. Ik kan en zal hier niet in detail uitschrijven welke middelen nodig zijn maar het staat als een paal boven water dat Zeebrugge te klein wordt. Een tweede basis lijkt een must, al was het maar om de rekrutering te vergemakkelijken. Als we de oefening doortrekken naar de luchtmacht lijkt het opportuun om de jachtvloot niet verder uit te breiden en extra middelen eerder te besteden aan bemande en onbemande Maritime Patrol Aircraft (MPA), transport- en gevechtshelikopters en onbemande platformen die de F-35s ondersteunen en close air support (CAS) kunnen leveren.

Een MQ-9B Sky Guardian kan fungeren als MPA en CAS-platform

Het spreekt voor zich dat de kansen inzake multinationale samenwerking voor het grijpen liggen. Waar de Belgische marine momenteel alleen nog kan overleven binnen BeNeSam moeten we de ambitie hebben om in dat kader uit te groeien tot een volwaardige partner. Ik nodig u uit om zelf te besluiten wat er kan ontstaan als ook Nederland kiest voor een maritieme specialisatie…

No shipping, no shopping

Lezers die op zoek zijn naar de besparingsmogelijkheden door deze specialisatie kunnen zich de moeite besparen: het is onmogelijk om nog verder te besparen op Defensie. Het is mijns inziens ook onmogelijk om een Defensie uit te werken die op de één of andere manier is opgewassen tegen de veiligheidsuitdagingen van onze tijd met het huidige budget of het budget dat voorzien wordt in de Strategische Visie. In elk scenario is een groeipad nodig dat aanhoudt tot rond 2030, om vervolgens te stabiliseren.

Het enige voordeel van specialisatie is dat elke nationale krijgsmacht door taakaccenten die bij de eigen belangen aansluiten het geheel (NAVO of EU) ondersteunt waardoor het geheel efficiënter is dan de klassieke som van alle nationale krijgsmachten. Tegelijk is het daardoor ook makkelijker om steun voor investeringen in Defensie te creëren bij de bevolking: het nut van een krijgsmacht met maritieme focus voor de eigen welvaart is eenvoudig te duiden.

Een artist impression van de volgende generatie fregatten voor BeNeSam

Dat deze opinie een bijzonder ruwe schets is besef ik. De heropbouw van Defensie moet beginnen bij een visie en wat ik hier heb neergeschreven is een bescheiden aanzet naar wat die visie zou kunnen zijn. Ik hoop feedback te ontvangen van politici, economen, militairen, academici, journalisten en eender wie die er bedenkingen bij heeft. Laten we dit publieke debat eindelijk in alle ernst beginnen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *